Historische Vereniging Koog-Zaandijk

Leesgezelschap Koog en Zaandijk

Een illuster gezelschap waarop de tijd geen vat lijkt te hebben. Zo mag je het leesgezelschap Koog en Zaandijk gerust noemen. Al 225 jaar circuleren er boeken onder de leden. En die boeken worden op de jaarlijkse vergadering steevast bij opbod en afslag geveild.

Jan Koenen en Gerrit Schenk, in 1783 de oprichters van het leesgezelschap, zullen niet hebben bevroed dat hun club het tot in lengte van dagen zou uithouden. Nog altijd circuleren er boeken onder de leden, al zijn de titels van destijds als ‘De Vrijheid der Drukpers’ en ‘De Vrijheid van Neerlands Jeugd’ vervangen door titels van eigentijdse, moderne auteurs.

Aan het huidige roer van het 33 leden tellende gezelschap staan twee heuse directeuren, Henk de Wit en Anne Moesker, eentje voor de regio Koog aan de Zaan en eentje voor de regio Zaandijk.

Onder die leden bevinden zich ook vier vrouwen. Een bijzonderheid, want het gezelschap is in principe een echte herenclub. Maar een bepaling in de statuten stelt dat bij het overlijden van een mannelijk lid het lidmaatschap op de weduwe overgaat. Althans ten dele, legt Moesker uit: ,,Statutair zijn het geen leden, maar mede-lezers. Zij mogen ook niet op de jaarvergadering komen.” Hij kan er smakelijk om lachen. Er zijn meer in het oog springende merkwaardigheden. Zo is bij nieuwe leden het belangrijkste criterium dat ze niet van het vrouwelijk geslacht zijn. ,,Maar de ervaring leert dat de echtgenoten van de leden de trouwste lezers zijn.” Ook de woonplaats is van belang want nieuwkomers buiten Koog en Zaandijk worden geweerd. Eén mede-lezer heeft het zelfs tot erelid geschopt. In 1976 werd mevrouw T. Huig-Gorter uit Zaandam tot erelid benoemd ter gelegenheid van haar honderdste verjaardag en uit dankbaarheid voor haar jarenlange interesse in boeken.

Heuglijk feit
Sinds kort mag het illustere clubje zich ook het oudste leesgezelschap van Nederland noemen. Tot die conclusie kwam dr. Liset Duyvendak, universitair hoofddocent letterkunde, naar aanleiding van een historisch onderzoek naar de materie. Zij maakte dat heuglijke feit onlangs bekend tijdens een lezing bij de club ter ere van het 225-jarig bestaan. ,,Ik denk dat we ook de oudste vereniging op welk gebied dan ook zijn in de Zaanstreek, maar zeker weten doe ik het niet”, stelt Moesker zichzelf de vraag. ,,Wie het weet mag het zeggen”. Voor de goede orde een leesgezelschap is géén leeskring, benadrukt Henk de Wit. ,,Bij ons rouleren boeken, maar wij bespreken ze niet in groepsverband.”

Hoogtepunt van het jaar is de jaarvergadering die volgens traditie ‘herenavond’ wordt genoemd. Dan gaan de boeken van het afgelopen jaar onder de hamer. Van de opbrengst en de contributies (vijftien euro per jaar) wordt weer een verse voorraad aangeschaft. De leden hebben daarbij een beperkte inbreng. Zij kunnen via een lijstje weliswaar hun wensen kenbaar maken, maar de uiteindelijke keuze is in handen voor de beide voor het leven benoemd directeuren. ,,Als lid moet je enige historisch besef hebben van de club en graag willen lezen.” Dat het in vroeger tijden een elitair gezelschap was, is zo klaar als een klontje, aldus mededirecteur De Wit. ,,Maar nu is het een mix van mensen van allerlei beroepsgroepen.”

De leeftijd van de leden varieert van veertigers tot 80+. De meesten zijn behoorlijk honkvast. Zo staat Jaap Pielkenrood al vanaf 1952 op de ledenlijst en gaat het lidmaatschap van Bob Bronke terug tot 1959.

De tijd dat leden zich stoorden aan de aangeboden literatuur is reeds lang voor bij. In 1920 zorgde het boek ‘Liefdesveelvoudigheid’ nog voor opschudding. Het werd als zeer pikant gezien en directeur R. Abercrombie stelde destijds voor het uit de circulatie te nemen. Blijkbaar was de nieuwsgierigheid groot bij de leden want bij meerderheid van stemmen bleef het boek in circulatie.

Veel van de historie is terug te vinden in het kasboek en de ledenlijst die teruggaan tot 1783. Jammer genoeg is een deel van de notulen verloren gegaan. De oudste notulen stammen uit 1872. Maar de originele statuten munten vooral uit in strenge bepalingen. Wie het waagde een scheurtje te maken in een pagina van een boek kreeg een boete van een stuiver aan zijn broek. Een scheur in een afbeelding of het zoekraken van het omslag was een ernstiger vergrijp en leverde een hogere boete op. De jaarvergaderingen vonden in den beginne om beurten plaats in herberg de Zwaan in Zaandijk en in De Prins (de latere Waakzaamheid) in Koog. Later werd de Lindenboomzaal de vaste locatie en nu is het Weefhuis de thuishaven.

Bezorgdienst
Aanvankelijk was statutair bepaald dat het aantal leden maximaal 24 mocht bedragen. Dat is later opgerekt tot 40. Het bescheiden aantal heeft een praktische reden. De boeken, nog altijd keurig gekaft, moeten namelijk om de twee weken bij de leden worden geruild. Dat ophalen en rondbrengen gebeurde in het verleden door boekhandelaar J. Heijnis Tsz en boekhandel Koome uit Koog die de literatuur leverden. De laatste jaren nemen Henk de Wit en Piet Cordes deze bezorgdienst voor hun rekening. ,,Om overbelasting te voorkomen is het aantal vastgesteld op maximaal veertig leden. Dat ruilen gebeurde vroeger op zaterdag. Nu is het maandagochtend geworden.”

Het is een klein wonder dat het leesgezelschap de tand des tijds heeft doorstaan, ondanks een dieptepunt waarin het ledental was gezakt tot twaalf. In 1975 dreigde zelfs opheffing van de club omdat de distributie van de boeken voor problemen zorgde. Maar ook dat obstakel werd overwonnen. Voorlopig is het einde nog niet in zicht, volgens Moesker. ,,De leeshonger is nog lang niet gestild.”