Historische Vereniging Koog-Zaandijk

Rooswijck kreeg een eigen speeltuin

Burgemeester Van Gelderen zette uiteen, dat het speeltuinwerk bijdraagt tot de goede openbare orde. De baldadigheid en vernielzucht der jeugd worden er door tegengegaan.

Ontstaan van de speeltuin in Rooswijck
De speeltuin was een voorstel van de heer C.Brussel, voorzitter van de IJsvereniging Willem Barentsz Thialf “WBT”  In 1947 moest WBT haar mooie landijsbaan opofferen voor de woningbouw van de Prunuslaan e.o. Zij kregen van de gemeente het stukje land aan de Gammersloot toegewezen.

Inmiddels was Gerard Sap ook Bestuurslid van WBT.  Dhr Brussel maakte plannen om voor het clubhuis een krabbelbaantje te maken zodat de jeugd daar kon leren schaatsen en dan mag Rooswijk het in de zomermaanden dit als speeltuin gaan gebruiken. Met dit voorstel is Gerard Sap naar het bestuur van de “Buurtvereniging Rooswijck” gegaan. Daarna kwam alles in een versneld tempo.

Om de speeltuin in te richten was geld nodig. Het Rooswijck cabaret haalde met 12 voorstellingen 750 gulden op. De brug werd door WBT en met subsidie van de Gemeente betaald.  En de Rooswijkers mochten gratis de brug en het terrein als speeltuin gaan gebruiken.

Opening van de speeltuin op 6 mei 1950. Kinderen uit Rooswijk moeten eerst over het bruggetje om naar de speeltuin te gaan.
Opening van de speeltuin op 6 mei 1950. Kinderen uit Rooswijk moeten eerst over het bruggetje om naar de speeltuin te gaan.
Feestelijke bijeenkomst van de speeltuinvereniging.
Opa Brinkman, de speeltuinwachter, met een van zijn hondjes.
Mary Smeels, Bep Couwenhoven, Margriet Schmidt en Anneke Schuurmans achter de schommel.
Margriet Schmidt en haar neefje en Opa Brinkman, de speeltuinoppasser.