Historische Vereniging Koog-Zaandijk

In memoriam: “Dikke Ties”

Het was in 1959 dat ik mijn entree maakte in de Openbare Lagere School in de Tuinstraat te Zaandijk. Ik kreeg in de eerste en tweede klas les van juf de Groot. In de derde klas werd ik onderwezen door mevrouw Benink. De vierde klas werd gevolgd bij meester “Apie” Kleyn. In de vijfde kwam meester de Boer. De zesde werd geleid door het schoolhoofd, meester Tiesinga. Al die jaren werden we door conciërge Lubbers, ook wel “de scheve nachtwacht” genoemd, in de gaten gehouden. In 1965 verliet ik de school met een getuigschrift en ging naar het Zaanlands Lyceum.

Het zijn maar een paar zinnen, enkele woorden, maar wel zes jaar van mijn leven in Zaandijk.

Openbare Lagere School in de Tuinstraat te Zaandijk vanuit de lucht gezien. Foto: Westzaanse Digitale Beeldbank

De eerste twee jaren bij juf de Groot zijn mij als dierbaar bijgebleven. Deze onderwijzeres vertrok hierna naar Dieren. Zelf verhuisde ik in januari 1967 naar …….. Dieren. Ik heb mijn juf daar nog opgezocht in de Valkenlaan. Ik heb haar oudste spruit een bordje vla mogen voeren. Helaas vertrok zij al snel daarna naar Zwanenburg waar haar man werk had gevonden. Einde van dit hernieuwde contact.

De derde klas werd doorlopen bij mevrouw Benink. Streng maar rechtvaardig. Zij vertrok naar een rusthuis in Oosterbeek en overleed daar uiteindelijk.

De vierde klas bij meester Kleyn. De man kon mooi voorlezen. “Kek, de koper-eskimo”, staat mij nog bij. Aan zijn vertelsels hebben meer mensen een goede herinnering. Hoe hij aan zijn bijnaam “Apie” is gekomen, weet ik niet.

De vijfde klas werd bij een nieuwe leraar gevolgd, meester de Boer. Hij kwam op zijn motor uit Purmerend om bij ons les te geven.

De zesde klas was het domein van meester Tiesinga, “Dikke Ties”. Deze bijnaam mocht alleen op zijn verjaardag worden gebruikt. Op die dag hoste hij over de volle breedte van het schoolplein met een schare jonge dames aan zijn zijde. Er werd gezongen: “Dikke Ties gaat nooit verloren, trek hem aan zijn oren”. Alleen op die dag mocht het, 11 oktober.

Handenarbeid kregen we van hem, op de zolder aan de Tuinstraat. Eerst een kapstokje maken, een plankje met 4 door de ouders te betalen ophanghaakjes van een kwartje per stuk.. Het ging niet om de kapstok. Het ging over schuren en lakken. Als je goed kon schuren en lakken, mocht je meehelpen aan het onderhoud van de bootjes van “de Onderlinge “die in de winter op de zolder lagen. Urenlang schuren met waterproof schuurpapier en water. Het lakken werd door leden van de vereniging gedaan. De bootjes waren door generaties voor mij gemaakt. Fragmenten van deze werkzaamheden zijn te zien op een video getiteld: “Mijn Zaanstreek”. De net gebouwde bootjes worden op een vrachtwagen van Willem Duis, van de Parkstraat, geladen.

In de vijfde en zesde klas stond er voor een kleine groep leerlingen op de zaterdag na de lessen, dus na 12 uur, Frans op het programma. Dit werd gegeven door meester Been, die meestal abusievelijk Poot werd genoemd. Hij woonde op de Berkenweg, weet ik nog. De eerste kennismaking met deze taal was de zin: “Papa fume une pipe”, dat vergeet je nooit meer. Ik heb uiteindelijk 8 jaar lang les in de Franse taal gehad en kan me probleemloos redden tijdens een vakantie in Frankrijk.

Naast de lessen Frans kregen we bijles in Nederlands van Tiesinga, ook op de zaterdag na de gewone lessen. Zinsontleding. Het mapje met deze lessen heb ik nog steeds bij mij op zolder liggen. Ik ben er echt niet slechter van geworden.

Het schoolteam in 1953 van de Tuinstraatschool v.l.n.r. G.H.L. Tiesinga, mej. J.C. Hulscher, G.J. Kleyn, W. Drost (gymleraar), C.P. Engel, J.P. Lubbers (concierge), Tj. Tromp, mej. J.A. Blom, mevr. Burgerjon, W. van Klaveren, mej. M.B.J. Benink en mej. C.M. Ottevanger.

In die tijd was er nog geen Cito-toets. Jouw toekomst werd bepaald door de schoolleiding, Tiesinga dus. Afkomst en capaciteiten werden gebruikt om de rest van je schoolcarrière vast te leggen. Wie niet zo slim was, werd gewoon een paar jaar langer vast gehouden en kreeg BULO-lessen, bijzonder uitgebreid lager onderwijs. Wie ietsje meer in zijn mars had mocht naar de ambachtschool. De meer geletterden werden naar de ULO doorverwezen, uitgebreid lager onderwijs. Van mijn jaar zijn er slechts vier of vijf leerlingen klaargestoomd voor het voortgezet onderwijs, dus HBS en MMS. Ik mocht naar de HBS, hogere burger school. De middelbare meisjes school was niet voor het mannelijk geslacht bedoeld.

Tiesinga was een meester in hart en nieren. Nee, hij heeft niet altijd een juiste beslissing over een leerling genomen. Maar hij was wel een mens met een missie. Was, want kort geleden hoorde ik dat hij overleden is, 97 jaar oud. Een zeer respectabele leeftijd voor een respectabele, markante man.

In het Noordhollands dagblad vond ik zijn overlijdens annonce: