Historische Vereniging Koog-Zaandijk

Vakantie Egmond aan Zee

In de jaren 50 en 60 was een vakantie nog geen gemeengoed. Men had geen geld om met het gezin even naar een exotische bestemming te vliegen. Het meest haalbare voor de Amsterdammers was een uitje naar Bakkum of een andere kustplaats in Noord-Holland. Wij gingen in 1958 met mijn inwonende, gescheiden, oma vanuit Amsterdam naar Egmond aan Zee. Gewoon met de bus, bepakt en bezakt.

In Egmond moest er na de busreis met de bagage nog een flink eind gelopen worden om het vakantiehuisje te bereiken. Het laatste eindje ging langs een zandpad door de duinen. Mijn vader moet met de varkensleren koffers, die uit zijn tijd op de grote vaart stamden, heel wat afgezeuld hebben. Gelukkig had hij zijn kaki korte broeken uit zijn marconistentijd nog en hij droeg ze dan ook.

Het houten vakantiehuisje werd gehuurd van de werkgever van mijn vader, Cacaofabriek de Zaan. Het was een eenvoudig, houten optrekje, geen luxe te zien. De afgebladderde verf op de deur van de foto spreekt voor zich. Een leefruimte met kookgelegenheid, een viertal slaapgelegenheden met twee stapelbedden. Meer was er niet.

De kookgelegenheid bestond uit 2 groene, geƫmailleerde, petroleumstellen (pieteroloteumstellen volgens Swiebertje), daar moest je het mee doen. De aardappelen werden eerst gekookt, samen met een deel van het vlees, daarna snel de groente en de rest van het vlees, het was een stukje behelpen, maar het ging wonderbaarlijk goed.

Voor de afwas moest eerst een keteltje water worden warm gemaakt. Dan een beetje groene zeep uit de drie alweer groen geƫmailleerde potten met de woorden zand, zeep en soda. Alleen de pot met het opschrift zeep bevatte wat groene zeep. Zand was er in de duinen voldoende te vinden en de sodapot was ook leeg.

Voor de verlichting was een petroleumlamp voorhanden. Het gaf niet veel licht, maar het had iets van knusheid en gezelligheid. Je moest wel alle ramen en deuren gesloten houden om de muggen geen kans te geven op een bloedige maaltijd. En in de zomer waren de dagen lang en men ging niet laat naar bed, dus werd de lamp maar kort gebruikt.

In 1958 was de enige speelgelegenheid een schommel. Ik ben bijna 5 jaar oud op deze foto’s, mijn vader bijna dertig.


In 1966 woonde ik in Zaandijk en werd hetzelfde huisje opnieuw gehuurd van de werkgever van mijn vader, Cacaofabriek de Zaan dus, dit keer zonder mijn oma. Opa kwam deze keer op bezoek, samen met zijn tweede vrouw en mijn oom en tante uit Zaandijk. Mijn oom had in die tijd al de luxe van een auto, eerst een Fiat 500, later een 600 en een 850. Hij haalde opa en zijn tweede vrouw dan op uit Amsterdam en kwam even bij ons op bezoek.

Ik had een vlieger gekregen met een vogelmotief, iets dat leek op een adelaar. Met vereende krachten werd geprobeerd mijn vlieger van stof en houtjes op te laten. Het wilde maar niet goed lukken. De vlieger ging omhoog en begon daarna te tollen. Mijn opa en oom hebben hun best gedaan, tevergeefs. De vlieger bleef instabiel, hoe het ringetje ook versteld werd.

Er was naast de schommel een wip opgericht. Ik heb het goed geweten. Op een bepaald moment heb ik mijn hand op het draaipunt gelegd en daar zat mijn pink klem tussen de oplegger van de wip. Janken natuurlijk en bloeden als een rund. Het velletje van mijn pinktop was eraf en ook de nagel. Gelukkig was er genoeg stromend water voorhanden om het geheel te koelen. Een kloeke Norton pomp onttrok het water uit de duinen.

Er moest het nodige verband aan te pas komen om het geheel weer een beetje op de plek te krijgen. Uiteindelijk is het natuurlijk geheel hersteld, maar op dat moment was het een drama voor mij.

Tijdens de vakantie van 1966 kwam er geregeld een venter langs de deur. De man verkocht tuinbonen van eigen land. Hij vroeg een gulden voor een emmer van tien liter. Daar hield je een mooi maaltje aan over. Mijn vader was gek op tuinbonen, als ze maar jong en groen waren, niet van die grote meelballen. Wij hebben gedurende die vakantie heel wat emmers met tuinbonen gedopt.

Dit verhaal gaat een lange periode terug in de tijd. Toch is er niet veel veranderd als ik op google-maps kijk. De huisjes staan er nog steeds, zijn verder gemoderniseerd, maar ik meen heel herkenbaar de twee huisjes van de Zaan terug te kunnen vinden.