Historische Vereniging Koog-Zaandijk

Drankenindustrie Raak, 1963-1969 (2)

Natuurlijk kon Raak in de Zaanstreek niet zo’n indruk hebben achtergelaten als de andere gerenommeerde namen. Zes jaar verblijf steekt schril af tegen de familieconcerns die generaties lang furore maakten (en soms nog maken) en daarmee hun prominente plek in de historie van Koog aan de Zaan meer dan verdienen.

Emaille reclamebordje (fabricaat Langcat, Bussum) 1960. Oplage: circa 10 stuks Bron: eigen archief

Ik heb mij wel eens afgevraagd waarom de N.V. Cacao de Zaan juist haar keuze liet vallen op A. Bruinsma’s Advocaat- en Limonadefabriek in Amsterdam. In deze onrustige zestiger jaren van de 20e eeuw waren er voldoende limonadefabriekjes in Nederland voorhanden die alle verlegen zaten om kapitaalinjecties om de expansie mogelijkheden te kunnen benutten en te bekostigen. Vermoedelijk is de kiem hiervoor te vinden in de eerste diversificatie acquisities van Cacao de Zaan. Men verwierf het eigendom van N.I.V.E., Nederlandse Industrie Van Eiproducten, in Nunspeet/Harderwijk. (Waarom men dit bedrijf toen “Zaan Spray “is gaan noemen is mij nooit duidelijk geworden, maar dat is een ander verhaal). Bruinsma was een goede klant van N.I.V.E. door zijn aankopen van eierstruif (eigeel) dat nodig was voor de productie van advocaat. Wellicht dat de aanstelling door ADM van een bedrijfshistoricus hierover nog eens zekerheid kan verschaffen.

Verkeersoverlast
De komst van Raak naar Koog ging niet ongemerkt aan de plaatselijke bevolking voorbij. Nadelen waren, onder andere, de geluidsoverlast. Het voortdurende gerammel van glazen flessen kan zeer irritant overkomen. Buurmeisje Groesbeek zou er slapeloos van kunnen worden en haar had ik nu net benoemd tot beschermd dorpsgezicht. Anderzijds was er de verkeersoverlast. Het doorlopend oversteken van de Hoogstraat door vorkheftrucks met een pallet frisdrank was omslachtig en storend voor zowel verkeersdeelnemers als de vorkheftruckchauffeurs. Dat laatste werd al snel ondervangen door over het hele traject de straatklinkers te vervangen door Stelcon-platen.

Raak Sinas 1957

Daar stond tegenover dat de plaatselijke middenstand door de vestiging van Raak hier ook de vruchten van kon plukken. Dankzij het vele overwerk moest er ook gegeten worden. Ontelbare malen maakten we het loopje van kantoor naar het café van Ab Kok aan de Guisweg om aldaar een uitsmijter te verorberen. Maximaal één keer per week togen we, al lopend, over de Julianabrug om bij de Walvis op de Zaanse Schans te gaan dineren, want de zuinigheid zat er goed ingestampt. Een heel enkele keer kwam ook de Waakzaamheid aan bod. De “Omelette de Paysant” was daar altijd heerlijk maar de wandeling er naar toe kostte teveel tijd.

De verkrijging van de benodigde rookwaren vergde minder moeite. In de Hoogstraat was een sigarenmagazijn gevestigd (2e winkel rechts vanaf de hoek met de Stationsstraat) waar vaak gevolg werd gegeven aan de fluisterende oproep vanaf het zendschip van Radio Veronica: “Lucky Strike, één vijfentwintig “! (Kom daar nu eens om ….) In al z’n eenvoud heeft dit winkeltje een onuitwisbare indruk bij mij achtergelaten. Na aankoop van een pakje sigaretten plaatste de uitbater een zelfgemaakte constructie op de toonbank. Het bestond uit twee korte, haaks op elkaar gemonteerde, plankjes. In het horizontale plankje was een scheermesje gemonteerd. Met een geroutineerd gebaar haalde de sigarenboer het pakje over het plankje waardoor het werd geopend. De eerste sigaret uit het geopende pakje werd je in de winkel gepresenteerd.

1963

Voor de kantoorartikelen en de kantoormeubelen werd een beroep gedaan op Aspa uit Zaandam en haar dochteronderneming Asmeta. Alle benodigdheden kwamen daar vandaan inclusief die artikelen die nodig waren voor het toenmalige doorschrijfsysteem voor de financiële administratie want over computers hadden we in die jaren nog niet de beschikking. Dat doorschrijfsysteem bestond uit een kunststof schrijfplaat waarop een groot vel papier (breedte 3 x A4) werd gelegd, het zgn. “Controleblad”. Daar bovenop kwam een vel carbonpapier en daar weer bovenop de benodigde kaart uit de kaartenbak. Voor de loonadministratie was er een soortgelijk systeem alleen was het controleblad hier vervangen door een blad waarop, dakpansgewijs, een aantal stroken waren bevestigd. Heden ten dage spreekt men nog vaak over een “Loonstrook”, een woord dat dus uit die tijd stamt, hoewel dit tegenwoordig een Salarisspecificatie heet. Later (1969) werd nog een beroep gedaan op Ormas B.V., dat stond voor Organisatie Machines Aspa, voor de eerder beschreven factureerautomaat. Helaas zijn al deze bedrijfsnamen door de vele fusiegolven in latere jaren verloren gegaan.

Etiket uit 1953: Bruinsma’s eerste
schreden op het limonadepad.
Bron: eigen archief

Drukwerk
Voor al het drukwerk van briefpapier, enveloppen etc. etc., en incidenteel ook voor etiketten, werd gebruik gemaakt van de diensten van Drukkerij van Dijk & Allan B.V. uit Westzaan. De heer Allan was een vriendelijke en gedienstige man die geen moeite teveel was om tegemoet te komen aan de eisen die aan het respectievelijke drukwerk werden gesteld. Hij kreeg wel eens hoofdpijn van ons wanneer wij er op bleven hameren dat de stip, in het logo op het briefpapier, de kleur van een sinaasappel moest hebben. Door de toenmalige druktechnieken wilde de kleur nog weleens verlopen ……! Ook nadat Raak Koog a/d Zaan al lang had verlaten, bleef deze relatie gedurende de Utrechtse jaren bestaan. Om de reistijd en reiskosten van Westzaan naar Utrecht voor hem rendabel te houden kwamen ook vele relaties van mijn latere administratiekantoor bij de heer Allan terecht voor het benodigde drukwerk. Ook deze drukkerij bestaat niet meer. De zoon heeft nog getracht het bedrijf voort te zetten, ging verder met compagnon dhr. de Jong onder de naam Aljo Druk & Print die later weer werd overgenomen door Drukkerij Stuba uit Wormerveer.

Anton (Ton) Bruinsma was het vijfde kind uit een gezin van zes kinderen die allen met militaire tucht en discipline werden grootgebracht. Zijn vader Klaas zat bij de Koninklijke Marine en die sfeer voerde hij thuis ook door. Wellicht als gevolg hiervan verlieten alle kinderen op jonge leeftijd het ouderlijk huis. In april 1945 nam de toen 24-jarige Anton een limonadefabriekje over dat gevestigd was in de Groen van Prinstererstraat in Amsterdam. Van deze periode zijn geen documenten bekend Daarna verhuisde het bedrijfje naar de Marco Polostraat waar de oppervlakte (200 m²) al 4 keer zo groot was. Dat de eerste schreden op het limonadepad moeilijk waren blijkt uit de tekst van het hiernaast staande etiket. Het woord vruchtenlimonadegazeuse is een contradictio in terminis: vruchtenlimonade bevat -minimaal- 10% vruchtensap; gazeuses bevatten enkel smaakstoffen!

Hans Bouwens, later bekend als
George Baker, werkte in het verleden bij de RAAK frisdrank-fabriek. In 1970
, kort na zijn zelfgenomen ontslag,
schreef hij een song waarin hij “lonkt”met een concurrent van RAAK met als titel: I’m the King Size Coca Cola Man.

Contant personeel
Een fenomeen dat uit Amsterdam was meegekomen heette “Contant Personeel”. Dit hield in dat eenmaal per maand door het personeel, voor sterk gereduceerde prijzen, eigen producten konden worden gekocht tegen contante betaling. Hiervoor waren artikelen beschikbaar met een schoonheidsfoutje zoals beschadigde etiketten en etiketten die ondersteboven waren geplakt. Gedurende de periode dat ik mijn militaire dienstplicht moest vervullen kon ik van dit emolument wel gebruikmaken maar was ik niet in de gelegenheid om de frisdrank gedurende werkdagen op te halen. Maar, soepel als men was, hieraan kon een mouw worden gepast. De door mij gewenste hoeveelheden frisdrank werden door een vrachtwagen in de zaak van mijn vader afgeleverd en in het vrije weekend daarop betaalde ik de kosten via de Amsterdamse Gemeentegiro. Goed geregeld, ieder het zijne! Maar, oh wee! Dit muisje zou nog een staartje -nou, zeg maar STAART- krijgen ….!

Zowel Raak als moedervennootschap Cacao de Zaan schreeuwden steeds meer om ruimte voor de benodigde uitbreidingen. Aan een verhuizing van Raak viel niet te ontkomen en de dan vrijkomende oppervlakte kon door Cacao de Zaan worden benut. Dat alles zou een zeer grote investering vergen en ter onderbouwing van een definitief besluit hierover werd er een zeer intensieve controle uitgevoerd door de interne accountantsdienst van Grace.

Van Zon heeft in de jaren 60 bij de firma Raak gereden als chauffeur.

Ook ik kreeg als chef Debiteuren/Facturering op mijn afdeling bezoek van een van de heren in de vorm van een roodharige Zwitser. Ik heb in de loop van mijn leven heel wat controles van accountants meegemaakt, inclusief de Rijksaccountantsdienst. Maar enkel deze sproeterige man is mij bijgebleven. Dat zegt iets. Natuurlijk, controlerende accountants zijn achterdochtig. Interne accountants echter neigen naar schizofrenie. Zo ook dit voortbrengsel van het land der kaasfondue. Want wat bleek: de facturen en betalingen van mijn bestellingen gedurende mijn militaire diensttijd waren door mijn tijdelijke vervanger niet geboekt op de kaart “Contant personeel “maar op een op mijn naam gestelde debiteurenkaart. Hoewel gefactureerde bedragen en betalingen -uiteraard- in evenwicht waren, bevatte dit gegeven voor de Zwitser een mogelijkheid tot grootschalige fraude. In zijn gedachtekronkel was het voorstelbaar dat ik creditnota’s van cliënten op mijn kaart zou boeken en daarna uitbetalen. Het heeft mij werkelijk dagen gekost om dit uit te leggen en aannemelijk te maken. En zelfs na dagen had mijn Milka-bel nog niet overtuigend genoeg geklonken.

Toen hij uiteindelijk klaar was op mijn afdeling, stortte hij zich op de controle van de hoeveelheden lege emballage. Zoals eerder verteld was die tevens hoog opgetast op dekschuiten in de Zaan. Elke geïnteresseerde Raak medewerker kon je vertellen dat er op een pallet 40 kratten stonden met elk 12 flessen. Het stond 3 pallets hoog dus elke stapel bevatte 3x40x12=1440 flessen. Dat telde makkelijk weg maar …. niet voor onze Zwitser. Ondanks waarschuwingen klom hij in de stapels om zich ervan te overtuigen dat er in elke krat daadwerkelijk 12 lege flessen zaten………..! Maar u weet: dekschuiten lopen enigszins bol. Waar iedereen op wachtte, geschiedde! Met donderend geraas verdwenen flessen en accountant in het water van de Zaan. Kratten en pallets waren van hout en bleven om de accountant heen dobberen. We hebben hem er toch maar uitgetrokken. Maar, oh oh, wat smaakte de wraak mij zoet!

Albert Heijn
De Raak Sinas, Cola en Up alsmede London Tonic werd in literflessen inmiddels bij alle Albert Heijn filialen in Nederland verkocht. Rechtstreekse bezorging was daarmee niet meer aan de orde. De vrachtwagens met aanhanger bezochten nog enkel de distributiecentra van Nederlands grootste grutter. Aldaar was ook het plan gerezen en uitgewerkt om aan Raak de opdracht te geven om sinas en tonic (met een andere receptuur) te produceren met hun private label. Vooralsnog werden de flessen en kratten van Raak gebruikt. Dat betekende nog eens een extra “boost “voor de toch al pijlsnel stijgende omzet. In het voorjaar van 1967 besloot Albert Heijn tot ontwerp en aanschaf van eigen flessen.

Op de artist-impression ziet u links de AH-cola in een Raak fles, rechts in de nieuwe AH verpakking. De “knip” in het midden van de fles vergemakkelijkte het vastpakken terwijl het bestaande etiket in tweeën werd geknipt.

Nog een Raak Sinas advertentie uit het verleden. De slogan 40% meer sap werd wel degelijk waar gemaakt. In vruchtenlimonade moet minimaal 10% vruchtensap zitten. In Raak Sinas zat 14%. 40% méér, dus!

Advertentie Raak Sinas.
Bron: eigen archief

Na alle voorgaande jubelverhalen met als toppunt dat Raak in Utrecht de grootste frisdrankenfabriek van Nederland werd, zult u, geachte lezer, zich afvragen waarom u de merknaam Raak nog maar zeer sporadisch tegenkomt. In het kort: Na 1972 konden we in Nederland meer frisdrank maken dan we opdronken. Het gevolg van de overcapaciteit want niet enkel Raak kon het zich veroorloven high-speed bottellijnen te kopen. Vele merken sneuvelden, daar zou ik een pagina mee kunnen vullen. De klad kwam in de limonade-industrie. Dit werd nog eens verergerd doordat de Overheid hierin een nieuwe melkkoe zag. De introductie van de frisdrankaccijns. Vele bottelarijen sloten hun deuren en ook Grace verloor de goede hoop op beter. Zij verkochten Raak aan Golden Wonder, de chipsfabriek uit Zwolle. De hele administratie werd hier naar toe overgeheveld zodat het kantoorgebouw in Utrecht jarenlang leeg heeft gestaan. Maar ook Golden Wonder plofte. In een management buy-out ging het eigendom over naar de gebroeders Holtrust die het bedrijf omdoopten tot United Soft Drinks. Door de contingentering van de frisdrankmarkt was het leuke er wel af en werd er een uitstekende overlevingsstrategie ontwikkeld. De naam Raak komt u tegenwoordig enkel nog tegen op een Kindercola (minder suiker) en op de opnieuw geïntroduceerde siropen en gazeuses. Daarnaast herkent u het bedrijf nog aan de succesartikelen Bar-le-Duc Mineraalwater en de sportieve AA-Drink. Het bedrijfspand in Utrecht met een oppervlakte van 50.000 m² is nog steeds in gebruik.

Charles S. van Tuijl (medewerker Raak 1962-1973)

Zie ook Wikipedia ‘Raak (frisdrankmerk)’

Charles S. van Tuijl heeft van 1962-1973 bij de NV Drankenindustrie Raak gewerkt. Over de periode in Koog aan de Zaan van 1963-1969 schreef hij een aantal artikelen.