Historische Vereniging Koog-Zaandijk

Dutch cocoa, the best there is

Als we het over cacao in de Zaanstreek hebben dan moeten ook eens stilstaan bij al die mensen die daarin hebben gewerkt en er hun steentje aan hebben bijgedragen dat de Zaanstreek in die tak van industrie een zeer vooraanstaande rol heeft bekleed en dat nog steeds doet..

Ondernemers zoals Jan Huijsman en Jan Stuurman maar ook de werknemers hebben er door de jaren heen voor gezorgd dat de leuze ‘Dutch cocoa, the best there is’ nog steeds overal ter wereld gehoord wordt.

Door Thijs de Gooijer

Een aparte rol in die werkgemeenschap hebben de losse krachten (losarbeiders) ingenomen. Zij trokken van fabriek tot fabriek om klussen te klaren en men ging pas naar huis als de klus ook inderdaad afgerond was. Heel bekend is in dit metier “ De Koger losse ploeg ”. Zij stamt uit de tijd dat veel arbeiders geen vast werk hadden en moesten dus rond zien te komen door het opknappen van een losse klus bij een willekeurige fabriek of in de havens. Soms hadden ze elke dag wel ander werk zodat ze aan het eind van de week wel met 3 of 4 loonstrookjes thuis kwamen.

Met name in de cacao werken ook veel losse krachten. Dat had eerder grotendeels te maken met het gegeven dat de cacao in zakgoed aankwam. En… als er in de haven een grote schuit cacao was binnengelopen moest deze snel gelost worden. Aan de kade liggen kost geld en hoe eerder weer het zeegat uit met een nieuwe lading hoe beter. Hurry up dus boys…….en wat kun je dan beter hebben dan een kluit gespierde kerels die van aanpakken weten…

De cacao werd vanuit de zeestomer overgeslagen op dekschuiten en vervolgens in de vemen (loodsen voor opslag van allerlei producten) opgeslagen. Vanuit deze vemen werden op afroep de fabrieken bediend. Dat ging meestal ook weer via de dekschuiten, ook wel genoemd de werkpaarden van het water en met name de Zaan. Waren de dekschuiten eenmaal aangekomen bij de fabrieken was het vaak weer aanpoten geblazen. In weer en wind , waarbij vooral in de winter de oostenwind akelig guur en koud kon zijn zodat de ledematen erg stijf werden, werd er gewerkt. O ja, er werd wel eens gemopperd als de Noordooster erg koud was, of dat de balen die gevuld waren met rijst , kolen of cacao erg zwaar waren of dat het in de zomer in het ruim van een schip erg benauwd en warm was maar onder het gemopper werd er altijd flink doorgewerkt.

De sociale controle was groot. Als iemand zich “drukte” , stond te slabakken of de kantjes er van af liep werd hem dat binnen de kortste keren in goed verstaanbaar Hollands of anders in gebarentaal aan zijn verstand gebracht. Hij moest dan snel van houding veranderen om zijn plaats temidden van zijn maats weer te kunnen innemen en met hun op gezette tijden weer een pintje of glaasje weg te slaan.. want de kameraadschap was soms groot.

Een voorval in de haven wat goed afliep was dat toen er in een grote zeeschuit vol met balen cacao een bekisting in het ruim brak en tientallen balen cacao naar beneden donderden bovenop een losse kracht die totaal werd bedolven onder de zakken. Kees, Een van de allersterkste “lossen” zag het gebeuren en als een menselijke graafmachine werkte hij zich naar beneden waarbij de balen cacao, die toch echt wel 60 kilo per stuk wegen, als tafelkleedjes links en rechts omhoog vlogen. Binnen de kortste keren had hij de ongelukkige man weten te bereiken die daardoor even later nog wel natrillend van de doorstane emotie maar verder zonder ernstige verwondingen zijn avontuur aan de bar kon navertellen.

De losse ploeg uit Zaandam werd ook wel “Kappie” genoemd. Die benaming kwam doordat veel losse krachten een soort kap over hun hoofd droegen. Balen met cacao die op de schouder gingen vertoonden soms gaten en daar viel cacaogruis uit. Om te voorkomen dat dit via de hals tussen de kleren zou komen droeg men dan een soort kap. In de kolenlosserij droeg men vaak een zwarte kap en als men levensmiddelen stond te lossen zoals zaad, cacao, rijst enz. droeg men vaak een witte kap. Toen de losse ploeg in Zaandam ophield te bestaan konden die mensen allemaal bij de Koger losse ploeg terecht.

Door de jaren heen is de losse ploeg ook veranderd. Het imago van een stel ruwe klanten die van alles aanpakten en die het zo nauw niet namen met de veiligheidsregels klopt al tijden niet meer. Het is inmiddels een volwassen organisatie geworden. Mede door de invloed van de opdrachtgevers worden er opleidingen gegeven en bekleden losse krachten vandaag de dag ook steeds meer verantwoordelijke functies binnen het bedrijf. Het is al lang geen incident meer dat een “losse” zo wordt gewaardeerd in een organisatie dat hij daar in vaste dienst is getreden.

De ondernemers
Een onderneming die vroeger wereldwijd bekendheid genoot maar het uiteindelijk niet heeft kunnen redden is de cacaofabriek van Grootes te Westzaan geweest. P. Grootes werkte bij de blauwselfabriek van de bekende Zaanse ondernemer Vasterd Vas. Nadat hij zelf in 1825 een pand had gekocht en voor zichzelf begon bouwde hij daar molen De Jonge Dirk. In 1840 trok hij een Italiaanse chef di cucina aan om het malen, maken en veredelen van cacao en chocolade te leren. Want was het niet een Italiaan die het geheim van deze lekkernij eeuwen daarvoor op slinkse wijze wist te ontfutselen van het Spaanse hof? De Italiaanse kok in Westzaanse dienst maakte zijn reputatie meer dan waar en in de 2e helft van de 19e eeuw was Grootes met zijn lekkernijen onder de naam van “de Paradijsvogel” zoals de molen inmiddels werd genoemd op alle internationale grote beurzen te vinden en stond in hoog aanzien. Ja, men sleepte zelfs een prijs in de wacht op de wereldtentoonstelling te Londen in 1863. Het bedrijf floreerde en de fabriek was inmiddels in 1877 voorzien van een moderne stoomketel.

Op die Maartse Zondag in 1925 werd er een voetbalwedstrijd gespeeld op het terrein van KFC te Koog aan de Zaan. De voetballers bemerkten een sterke rookontwikkeling bij de fabriek van Grootes. Zou er brand zijn? Er werd niet teveel aandacht aan geschonken, de wedstrijd was veel spannender…. Had iemand maar alarm geslagen……Diezelfde avond werd er brand ontdekt in het gebouwencomplex van de Paradijsvogel, het was ontstaan in de pakkamer en breidde zich nu razendsnel uit. Toen de brandweer arriveerde gelastte de commandant zijn manschappen die op verkenning rondliepen tussen allerlei overheerlijke chocoladeversnaperingen om te blijven zingen…….O, breng me terug naar die ou Transvaal, daar waar die Sarie woon….zodoende wist hij dat ze zich er niet aan tegoed zouden doen. Het vuur bleek echter een grotere liefhebber van cacao en chocolade te zijn want ondanks de inzet van de brandweer gingen grote hoeveelheden in vlammen op waaronder enkele duizenden flinke paaseieren en paashazen die gereed stonden voor de export. De oude Paradijsvogel deed zijn naam alle eer aan en ging loeiend en snorrend de lucht in maar verder kon de brandweer toch de schade aardig beperken. Zodanig zelfs dat 8 dagen na de brand de eerste hazen en eieren alweer uit de fabriek kwamen.

De impact van de brand in het dorp Westzaan was groot. Veel mensen waren ongerust op de brand afgekomen. Er werkten bijna 150 mensen in de fabriek en iedereen in het kleine dorp had wel familie of bekenden die er hun brood verdienden. Maar de productie stond nog en de verzekering was dik in orde en er vielen geen ontslagen. De tot op het bot verkleumde brandweer werd na afloop onthaald in hotel De Prins op een hartversterker. De directie van de fabriek bedankte de korpsen.

Toen de brandweer de terugtocht inzette over de Guisweg barstte er een enorme sneeuwbui los wat in het schijnsel van de lichten die de voertuigen voerden een fantastisch schouwspel opleverde………Commandant Van Heijnsbergen schreef in zijn kroniek:

‘Alsof er miljarden stukjes confetti over ons werden uitgestrooid als dank voor deze kloeke brandbestrijding.’

Na deze brand werd echter het bedrijf voortgezet op kleinere schaal. Deze ongelukkige beslissing betekende het begin van het einde. De vaart was eruit en in 1968 kwam er een eind aan het ooit zo vermaarde bedrijf van Grootes. De fabriekspanden kwamen in handen van Houtonderneming De Valk en toen die er ook de brui aan gaf werden de meeste panden gesloopt en herinneren nu alleen nog de blikjes en plaatjes ons eraan dat er ooit in Westzaan een prachtig cacao en chocoladebedrijf heeft gestaan wat prijzen op wereldtentoonstellingen in de wacht sleepte.