Op 27 september 1941 was het ‘s-middags en ‘s-avonds buitengewoon rumoerig in de, anders ook, vrije drukke Julianastraat. En daar was reden voor!
Dit is de openingszin, ontleend aan de Kroniek van P. Boorsma. Wat was er aan de hand.
Een troep W.A. ers (NSB) trok de Julianastraat in en rukte, met groot misbaar, de straatnaambordjes van de huizen en verving die van de Julianastraat door “Medelijdenstraat”. De Julianastraat kreeg dit nieuwe naambordje, omdat in deze straat bijna niemand bereid werd gevonden om voor de “Winterhulp” bij te dragen Van de “Winterhulp”,een instelling opgericht door de Duitsers, moesten de bewoners van de Julianastraat niets hebben. Zo werd gevreesd dat van de geofferde gelden wel eens iets “aan den maat en den strijkstok”zou kunnen blijven hangen.
Ook de Wilhelminastraat werd van haar naambordjes beroofd. Deze werden vervangen door naambordjes met de opschriften: “Mien Tippelstraat”, dit in verband met het vertrek van de Koningin en de regering naar Engeland. De Kogers accepteerden deze handelswijze niet. Hevige vechtpartijen braken uit.
De agenten van Politie, Van Doeland en Nijzink traden kordaat op, maar delfden aanvankelijk het onderspit. Ze werden zwaar mishandeld. Desondanks kregen ze ter hoogte van de Emmastraat de orginele straatnaambordjes in handen en slaagden erin deze te behouden.
Hans Werner (een zogenoemde rijksduitscher) kwam aan het begin van de straat aanhollen en begon, in het wilde weg, een revolver leeg te schieten. Vier personen liepen daardoor schotwonden op, die gelukkig niet ernstig van aard waren.
De schietpartij duurde gelukkig niet lang. De aanwezige Menno Bos pakte de schutter beet en ontfutselde hem zijn wapen.
Hans Werner viel daarna ten prooi aan de woedende menigte. Uit de winkel van Albert Heijn werd een stalen stoel weggehaald en daarmee en ook op andere wijze werd hij bewerkt. Werner wist te ontkomen en vluchtte het café van Stam binnen. Ook daar was hij niet welkom. Enige cafébezoekers pakten hem op en smeten hem door een van de ramen naar buiten.
De toegestroomde menigte ontving hem met open armen. Hij werd beetgepakt en men nam hem mee naar de Noorderbrug met de bedoeling hem over de leuning te gooien in de Zaan. De politie kwam tussenbeide en verhinderde dit plan. Hij werd vervolgens naar het politiebureau vervoerd en verbonden.
De NSB’ers werden uit de straat verwijderd en de door hen aangebrachte naambordjes werden afgerukt en vertrapt. De officiële bordjes belandden in het gemeentehuis en bleven bewaard tot betere tijden zouden aanbreken. De gemoederen waren nog niet bedaard. Gelukkig bleven de Duitsers uit de buurt, anders had dit zeker geleid tot ernstige botsingen.
De oorspronkelijke namen werden wel gewijzigd. Julianastraat werd Trompstraat. Wilhelminastraat heette tijdelijk Verlengde Badhuisstraat. Dit relletje had gelukkig geen gijzeling van een aantal vooraanstaande burgers tot gevolg. Wel werd aan alle burgers, in verhouding met hun aanslag in de inkomstenbelasting, een geldboete (“zoengeld”) opgelegd.
Ook de commandant die voor dit rumoer verantwoordelijk was werd gestraft. Hij werd ontslagen, aldus het bericht in het nationale dagblad van dinsdag 30 september 1941
Bron: Ter herinnering aan de gebeurtenissen in de Julianastraat te Koog aan de Zaan op 27 september 1941 en 9 mei 1945 ontleend aan de Kroniek van P. Boorsma